Mensen van de werkvloer.

Somberte alom in bibliotheekland. Intrede digitale lezen en de angst om het papieren boek/ cq de fysieke bibliotheek te verliezen, grootscheepse  bezuinigingen, vernieuwingen waar menigeen moeite heeft in mee te gaan, veranderende werkzaamheden noem maar op. Probeer je dan nog maar eens staande te houden. Het raast om je heen en toch blijft je er als rasechte bibliotheekmedewerker naar streven de klant op een klantvriendelijke manier te woord te staan.

Landelijk wordt er op alle fronten nagedacht over hoe het nou verder moet. Er zijn zwartkijkers en doemdenkers,  mensen die gelaten afwachten,  er zijn optimisten en voorvechters.  Na het lezen van o.a. het VOB persbericht en daarna van Ton de Kruijf (inclusief reacties) en optimistisch denken over bezuinigingen (Edwin Mijnsbergen) vroeg ik mij af waar ik ( de mens van de werkvloer) nou sta. Ben ik een doemdenker? Bij tijd en wijle wel. Wacht ik gelaten af?  Niet helemaal.  Of ben ik een optimist?  Hoop van wel maar weet het ( nog) niet zeker.

Ook vroeg ik mij af welke invloed ik ( als mens van de werkvloer) nou heb. Heb ik die wel? Of zijn het alleen de  biebbonzen en de subsidiegevers die bepalen waar wij als bibliotheken in de toekomst staan?

Een ding weet ik zeker. Als mens van de werkvloer die in direct contact staat met onze klant,  kan ik, onder het mom van het heeft mijn interesse niet, niet achterblijven in de digitale ontwikkelingen/ veranderingen. Je kunt er niet meer omheen. Wij, mensen van de werkvloer,  zitten aan de basis.  Daar zit een stuk van onze kracht.  Zodat niet alleen van boven af, maar ook bottom-up  gewerkt wordt aan ons bestaansrecht.  Mensen op de werkvloer: denk mee, doe mee, belijd het in woord en in daad.  Met afwachten en niets doen werk je niet  mee aan het bestaansrecht van de bibliotheek.

Dit is mijns inziens geen doemdenken, niet gelaten afwachten, maar toch ook een stukje optimisme ( hoop ik).

Email Linkedin Facebook Pinterest

Kinderboekenweek 2010 ten einde.

Gisteren de laatste activiteit gehad in het kader van de Kinderboekenweek 2010. Voor het thema “De grote tekententoonstelling- beeldtaal in kinderboeken” hadden we in 2 vestigingen Sandor Paulus, onze lokale Karikaturist ( en meer) uitgenodigd. In beide vestigingen heeft hij een workshop “ontwerp je eigen boekenkaft” gegeven en is hij een ochtend aanwezig geweest om kinderen in de gelegenheid te stellen “een  spotprent van jezelf” te laten maken.
Voor de workshop en voor de spotprent waren er in principe 20 kaartjes beschikbaar. Helaas waren ze niet allen ( in de voorverkoop) verkocht maar tijdens de activiteiten hebben meerdere kinderen zich alsnog aangesloten. Hoewel geen volle bak, waren de deelnemers ( en Paulus) wel erg tevreden en gingen met eigen getekende kaft en/of met een prachtige spotprent naar huis. Sandor bedankt ( ook voor mijn spotprent, nu heb ik een “echte” SP). 
Wat ik mij afvraag. Op welke tijdstippen vinden bij jullie  jeugdactiviteiten plaats en hoe is bij jullie de opkomst?. Normaal gesproken is de woensdag  middag bij ons een drukke jeugdmiddag evenals de uitleen op zaterdag. Het thema sprak tot de verbeelding lijkt me.
-Is het activiteitenaanbod te groot (kinderen worden op de genoemde tijdstippen overladen met kinderfeestjes, scouting, voetbal- of zwem-activiteiten)? 
-Nemen ouders niet meer de tijd om hun kinderen deel te laten nemen aan dit soort activiteiten?
-Spreekt het  concept niet aan (vast tijdstip van de activiteit met inschrijving)?
-Onvoldoende PR?
-Moeten we de activiteiten meer naar de kinderen toe brengen (basisscholen, buitenschoolse opvang, kinderclubs)?
– Of zijn er andere redenen te bedenken waarom de opkomst niet  is wat we ervan verwachten? Ik hoor het graag.

Filmpje Lokale Omroep Nuenen Kinderboekenweek 2010.

Email Linkedin Facebook Pinterest

Herfstdipje?

RConsavles TowerofKnowledge

Vorig jaar om deze tijd waren de plannen voor een nieuwe bibliotheek in onze dorp zo goed als rond. Besluiten waren genomen, archeologish onderzoek werd verricht, het bouwbord ergens in maart geplaatst .
En toen?  Kwamen de gemeenteraadsverkiezingen met een uitslag die al onze mooie toekomstbeelden voor een nieuwe eigentijdse accomodaties in een keer deed verdwijnen. Dat is niet de eerste keer. In 12 jaar tijd zijn wij al 3 keer geconfronteerd met nieuwbouwplannen die uiteindelijk ( toen puntje bij paaltje kwam) niet doorgingen.
NU, weer een half jaar later, zijn er ook nog eens de bezuinigingen die roet in het eten gooien. Niet alleen voor ons grote consequenties maar overal in Nederland zullen ze invloed hebben op het aanbod, de spreiding, bereikbaarheid van bibliotheken.   Hoe onze toekomst eruit gaat zien is mij nog niet bekend. Maar dat ons werk hierdoor versneld zal veranderen is duidelijk. Kansen of bedreigingen ( voor medewerkers en de burger). Zeg het maar. Ik ben er nog niet uit. Aan de ene kant doet het pijn, aan de andere kant is het ook wel een uitdaging. Heb ik nou een herfstdipje? Zo meteen weer gewoon werken.

Email Linkedin Facebook Pinterest

Virtueel en in real life.

Sinds enige tijd bestond bij mij het idee een lokale tweetup te organiseren. Had al eens voor de grap een oproep voor een “minitweetmeet voor Breugel” de wereld in gezonden, maar nauwelijks reactie op ontvangen. Had behoefte aan een maatje. Alleen is maar alleen toch. En ja hoor. Naar aanleiding van een RT van een krantenartikel in het ED vorige week over een tweetup in het naastgelegen dorp, meldde een lokaal twittermaatje zich met de oproep: ” dat kunnen wij toch ook!”. Waarna ik natuurlijk gelijk in de pen kroop, ik bedoel natuurlijk in de tweet kroop met de opmerking en vraag: Natuurlijk. Wie neemt het initiatief? Wij dus, Angela en ik. Afspraakje gemaakt en @tweetupSenB in de steigers gezet. En dan gaat het snel. In een mum van tijd ( nog diezelfde avond) hebben we (via twitter uiteraard) een aanbod voor een lokatie, hulp voor technische ondersteuning op de avond zelf en Pr en al een aantal followers en reacties.
De dagen erna lokale tweeps gezocht en werd er een datum vastgelegd. Inmiddels heeft ook de pers ons getraceerd voor een stukje in een regionaal dagblad. Nou wordt het echt serieus. Zojuist kwam een voetbalmaatje van mijn zoon binnen met de vraag: “Zit jij achter @tweetupSenB?”. Mooi. Er wordt over gepraat dus.
Nou las ik gisteren dit artikel over een twitteronderzoek op Contentgirls . Daar zag ik de onderstaande statistiek:.

Leeftijd 

Nederland 

Tweeps 

Rel pop 

15 – 25 

13,41% 

12,00% 

0,9 

26 – 35 

12,10% 

29,80% 

2,5 

36 – 45 

15,27% 

38,90% 

2,5 

46 – 55 

14,63% 

15,20% 

1,0 

56 – 65 

12,73% 

4,10% 

0,3 

Nou ben ik dus al een paar dagen op zoek naar tweeps uit mijn dorp om @tweetupSenB te promoten en contateer ik dat het met name de jonge generatie ( in Son en Breugel) is die vindbaar is (viavia). De groep groeit naar eigen zeggen momenteel erg hard, mede als gevolg van het groter wordende aantal mobiele internet gebruikers. We ( Angela en ik) zouden het juist erg leuk vinden als met name de generatie 26-45 ( en ouder) zich ook aanmeldt voor de tweetup. De jeugd gebruikt Twitter ( in mijn omgeving) namelijk vooral ter vervanging van msn en sms ( is mijn bevinding, maar wordt door de jongeren zelf bevestigd) hoewel de oudere generatie er vooral beroepsmatig mee bezig is.
Het dorp heeft op 1 januari 2010 een inwonersaantal van 15.538 .@tweetupSenB volgt op dit moment 92 tweeps en heeft 34 volgers. Ik neem toch aan dat er in Son en Breugel meer tweeps zijn? Blijft nog even doorzoeken dus.
Het zou zo mooi als verschillende generaties maar ook verschillende twittergebruikers (ook organisaties en bedrijven) elkaar op de tweetup zouden kunnen ontmoeten en kennis zouden kunnen maken. Elkaar zien in real life.
Maar goed. Iedereen mag er uit halen wat ie wil: gewoon gezellig een borrel pakken, nieuwe contacten leggen, netwerken. @tweetupSenB biedt de gelegenheid. De rest mag iedereen zelf doen.

Email Linkedin Facebook Pinterest

Lieve kijkbuiskindertjes.

http://www.youtube.com/watch?v=Qz42I-Tgn54 

Lieve kijkbuiskindertjes. Hebben jullie dat ook? Dat het woord “kijkbuis” sinds de intrede van de computer een andere betekenis heeft gekregen. In de tijd dat de Fabeltjeskrant dagelijks op tv verscheen, had dit woord voor mij een heel andere betekenis dan tegenwoordig ( televisie, beeldscherm).  We hadden in die tijd ( 1968) nog maar net een tv. Inmiddels zijn mijn ogen ( en die van anderen)  dagelijks meer gericht op de nieuwe kijkbuizen, het pc-scherm en de iPhone en bij anderen weer het scherm van de e-reader, laptop of en iPad.
Natuurlijk kijk ik nog TV. Maar steeds vaker is het pc scherm mijn tv-scherm, mijn informatiebron, mijn muziek kanaal, mijn contact met de wereld. En nog steeds dreigt het gevaar van vierkante ogen.

Email Linkedin Facebook Pinterest
Social links powered by Ecreative Internet Marketing