Mijn 2 (oog) Appletjes.

Nou heb ik het even niet over mijn 2 schattige zonen. Maar over een tweetal andere schattige “hot items” in mijn leven. Sinds gisteren overigens. Eindelijk was de iPad gearriveerd op mijn werk. En in plaats van hem een nachtje te laten rusten in de donkere spelonken van de bieb maar een nachtje meegenomen naar mijn levendige huishouden.
Want ja, zo’n kans laat je toch niet laten liggen!

Hier kort even mijn eerste privé ervaringen met de iPad.
Nadat ik gisteren op het knoopje “aan” had gedrukt was het voor mij als iPhone gebruiker een fluitje van een (euro-)cent om de toepassingen te vinden en te gebruiken op de iPad. Want dat vooropgesteld. Ik ben al in het bezit van een iPhone en gewend aan het “touchscreen” en het gebruik van de toepassingen van Apple. Tijdens werktijd snel even doorheen gebladerd om te ontdekken wat er op was gezet door onze ICT- afdeling. Eerste indruk “woow leuk”. Daarna heel “voorzichtig” naar huis gefietst. Ik voelde me de koning te rijk en kon niet snel genoeg zijn om mijn gezinsleden dit exemplaar te laten zien  en op de bank te ploffen voor een verdere analyse. .

De iPad is voorzien van een mooi mapje zodat hij als je hem in “verticale” positie in de hand hebt “voelt” als een boek. Draai je ( beeld draait mee) dan zit dat mapje mij in de weg.
Het scherm is een paar maatjes groter dan mijn iPhone en dat is erg prettig ( zeker als je een leesbril hebt). Hij straalt enigszins hel maar dat is ( ik heb het niet geprobeerd) waarschijnlijk net als op de iPhone aan te passen.
De iPad reageert snel ( misschien door mijn goeie verbinding) , je surft snel overal doorheen.

Omdat de iPad is voorzien van een aantal bieb- gerelateerde apps die ik ook al op mijn iPhone heb staan, was ik in die zin snel uitgekeken. Zelf apps installeren kan niet omdat hij uiteraard “beveiligd is “om “rommel”op deze dommeldal iPad te voorkomen. Zou het mogelijk zijn om mijn eigen voorkeur apps er op te zetten dan zou het een prima alternatief zijn voor mijn toch kleine iPhone schermpje en mijn iets te dikke vingers. Want typen op de iPad gaat erg goed.
Het geluid en beeld bij muziek en filmpjes is net als bij de iPhone prima.

Het summum op de iPad is “Flipboard“. Woow, wat een mooie toepassing. Heb Flipboard uitgeprobeerd met mijn Twitter- account en dat is prachtig. Mijn tweets worden inclusief de tekst van de bijgevoegde links in “kranten”- layout weergegeven en linken naar de originele tekst/ site gaat in een moeite door. Gaaf.

Mijn zonen hebben de iPad uiteraard ook uitgeprobeerd. Eerste reactie van jongste was dat het lastig was hem vast te moeten houden. Dat zou, als je de iPad lang gebruikt vervelend kunnen zijn. Beide zonen hebben het spelletje “Angry Bird” gespeeld en aangezien oudste tot 00.00 uur gespeeld heeft, zittend op de bank, moet het wel goed bevallen zijn. Natuurlijk een stuk aangenamer dan met de laptop, zegt hij. En moeders heeft gisteren avond dus geen iPad meer vast gehad. Niet zo heel erg omdat het voor mij vooral ging om een eerste indruk. Nou moet ik zeggen dat ik s’middags, na 2 uur met de iPad op schoot op de bank, toch even mijn schouderspieren moest strekken. Dus zou moeten leren de juiste houding aan te nemen ( Arbo regels gebruik iPad?).

Al met al I ( in het kort dus). Voor privé-gebruik:
Het is een leuk hebbeding en zou een , mits mijn eigen voorkeurs- apps erop zouden staan, een welkome ( ook namens mijn kids denk ik) aanvulling kunnen zijn in ons ( digitale) huishouden. En aangezien ik dit soort nieuwe aanwinsten niet direct ook zelf MOET hebben ( afwachten tot er goeie en minder kostbare alternatieven zijn) geniet ik voorlopig van mijn enige echte iPhone.

Het houdt me zo bezig.

Als je zo actief bent op het internet zoals ik, komt er nogal wat informatie op je af. Aangezien ik vooral mensen en sites uit het vakgebied bibliotheek volg, komt er een enorme hoeveelheid informatie op me af over wat in bibliotheek minnend Nederland allemaal gaande is. Ik heb hier al eens eerder ( indirect) aandacht aan besteed zoals in mijn posts een mix van erwtjes en worteltjes  en mensen van de werkvloer.

Ik constateer dat ikzelf hierdoor een ontwikkeling doormaak. Het Internet is voor mij “de vakliteratuur’ die anderen uit papieren versies halen.  Een aantal jaren geleden las ik niet eens de vaktijdschriften omdat die toch voornamelijk voor de  bibliothecarissen bestemd waren, dacht ik.  En aangezien ik geen bibliothecaris ben….?

Door die “versnelde” ontwikkeling ( en ik moet toegeven het haast ook niet te kunnen bijbenen)  constateer ik dat er door mijn enthousiasme voor de sociale media en de daar opgedane kennis een grotere kloof ontstaat tussen de overige mensen  die de 23dingen hebben gedaan  en mijzelf. Het zou kunnen zijn dat dit enthousiasme als opdringerig wordt ervaren maar dat is geens zins mijn bedoeling. Laten we proberen elkaar op dit vlak te respecteren. 
Maar het is natuurlijk wel de bedoeling lijkt me dat we de opgedane digitale kennis ook in de praktijk brengen in de relatie tot de lener ( maar je ook  begeeft op de sociale netwerken). Maar of dat ook voldoende gebeurd?    

Natuurlijk, het moet je allemaal interesseren. En niet iedereen houdt van erwtjes of worteltjes. Maar als we niet NU, iedereen op de werkvloer aansluiten, dan wordt de kloof alleen maar groter en wordt aanhaken steeds moeilijker.  Ik wil dat graag doorbreken maar hoe? En is dat mijn verantwoordelijkheid? Ik ga ook niet niet voetballen hoewel andere er dol op zijn. Maar als het zou moeten? Dan ging in het veld op. In een damesteam natuurlijk.  
Ga zo meteen maar eens even een balletje zoeken. En kijken of ik de verdedigers en de keeper kan passeren.

Ps: valt me nu nog even in. Als we als bibliotheken meedoen aan de Week van de  Mediawijsheid dan moeten wij als medewerkers toch ook uitstralen dat wij de ( digitale) kennis hebben? Iedereen!

Een deukje in mijn vinger.

Tijdens het doornemen van mijn RSS vandaag kwam ik het volgende bericht tegen op Bright.nl : Typen versus schrijven. Het begint met”:
“Met de hand schrijven, wie doet dat nog met regelmaat? Wie kan het nog leesbaar en kun je niet veel beter alles typen?”
Dat deed me even terugdenken aan de begintijd dat ik gemeenteambtenaar was. Er stonden op ieder bureau nog van die ouderwetse ratel typmachines waarbij we carbonpapier gebruikten voor de vermenigvuldiging.  Een college-, commissie- of raadstuk werd toen eerst met de hand geschreven, waarna ik op de typmachine ( met typex)  aan de slag ging. In de loop van de jaren had mijn ( linkse) middelvinger ( ben linkshandig) door al dat geschrijf een deukje opgelopen. En dat deukje is verdwenen! Niet dat ik niet meer schrijf. Integendeel. Ik schrijf veel meer. Maar de pen is vervangen door de pc en het deukje is vervangen door een bobbeltje op mijn (rechter) pols dat af en toe een beetje pijnlijk aanvoelt ( RSI????).

Wat schrijf ik dan nog wel met pen ( of iets vergelijkbaars)? Een boodschappenlijstje, een telefoon- of lenersnummer, vandaag adressen op enveloppen (o, wat ouderwets maar ik heb het adressenbestand nog niet helemaal digitaal beschikbaar), een kaartje, een mededeling op het whiteboard, een memootje voor mijn zoons. Heel veel verder kom ik denk ik niet.

En leesbaar? Mijn mooie meisjes handschrift van de basisschool is in het niet verdwenen. Ik zal maar geen grafoloog  loslaten op mijn huidige handschrift.  Er zit namelijk geen routine meer in dat geschrijft met pen.  
Maar deukje of bobbeltje, pen, typmachine of pc, het heeft heel veel output of deftig  gezegd “content” opgeleverd, dat ergens nog wel in de (gemeente-) archieven is terug te vinden. En daar gaat het toch om, om wat eruit kwam/ komt.

Creatief in de bieb maar dan anders.

Als achtergrond informatie voor deze post verwijs ik even naar workshop etaleren en presenteren , presentaties in de bieb en volle bak in de bieb.  Hoe is de stand van zaken na ongeveer 1 jaar m.b.t. tot deze tot mijn taak behorende werkzaamheden?
Helaas, weinig activiteit meer van mijn kant op het vlak van creatieve uitspattingen. Thuis geen KBW taart meer in elkaar gefreubeld, geen schilderijtjes van Nijntje meer geverfd, geen rommelmarkten meer afgestruind enz. Enerzijds is door de grotere druk op het aantal uren er nauwelijks meer tijd voor het nadenken over creatieve ideeën op het gebied van presentaties. Anderzijds is het aanbod aan landelijke professionele promotiematerialen en acties toegenomen en zijn er vaker exposities ed. waardoor onze ( redelijk kleine bieb) al vaak vol hangt/ staat  met posters, kunstwerken, verzamelingen ed. Natuurlijk steek ik ook de hand in eigen boezem. Mijn huiselijke activiteiten hebben zich meer toegespitst op 2.0 bezigheden.
Op zich vind ik het jammer dat ik dit “vermogen om iets (nieuws) te scheppen” ( via Wikipedia) niet meer op deze praktische manier kan botvieren.Voordat ik bij de bieb werkte wist ik overigens niet dat ik over deze portie  creativiteit beschikte. In mijn voormalige functie als  gemeente-ambtenaar was die niet zo tot wasdom gekomen ( helaas).
Dan de creativiteit maar op een ander manier inzetten in de vorm van het zoeken naar “een originele oplossing voor een probleem”  : o.a. meedenken over bezuinigingen, vernieuwingen in de bibliotheek. En wellicht komt mijn “creatieve talent”  in de toekomst nog van pas en mag ik weer terug naar noeste handarbeid.Wie weet.

Social links powered by Ecreative Internet Marketing