Kinderboekenweek 2010 ten einde.

Gisteren de laatste activiteit gehad in het kader van de Kinderboekenweek 2010. Voor het thema “De grote tekententoonstelling- beeldtaal in kinderboeken” hadden we in 2 vestigingen Sandor Paulus, onze lokale Karikaturist ( en meer) uitgenodigd. In beide vestigingen heeft hij een workshop “ontwerp je eigen boekenkaft” gegeven en is hij een ochtend aanwezig geweest om kinderen in de gelegenheid te stellen “een  spotprent van jezelf” te laten maken.
Voor de workshop en voor de spotprent waren er in principe 20 kaartjes beschikbaar. Helaas waren ze niet allen ( in de voorverkoop) verkocht maar tijdens de activiteiten hebben meerdere kinderen zich alsnog aangesloten. Hoewel geen volle bak, waren de deelnemers ( en Paulus) wel erg tevreden en gingen met eigen getekende kaft en/of met een prachtige spotprent naar huis. Sandor bedankt ( ook voor mijn spotprent, nu heb ik een “echte” SP). 
Wat ik mij afvraag. Op welke tijdstippen vinden bij jullie  jeugdactiviteiten plaats en hoe is bij jullie de opkomst?. Normaal gesproken is de woensdag  middag bij ons een drukke jeugdmiddag evenals de uitleen op zaterdag. Het thema sprak tot de verbeelding lijkt me.
-Is het activiteitenaanbod te groot (kinderen worden op de genoemde tijdstippen overladen met kinderfeestjes, scouting, voetbal- of zwem-activiteiten)? 
-Nemen ouders niet meer de tijd om hun kinderen deel te laten nemen aan dit soort activiteiten?
-Spreekt het  concept niet aan (vast tijdstip van de activiteit met inschrijving)?
-Onvoldoende PR?
-Moeten we de activiteiten meer naar de kinderen toe brengen (basisscholen, buitenschoolse opvang, kinderclubs)?
– Of zijn er andere redenen te bedenken waarom de opkomst niet  is wat we ervan verwachten? Ik hoor het graag.

Filmpje Lokale Omroep Nuenen Kinderboekenweek 2010.

Herfstdipje?

RConsavles TowerofKnowledge

Vorig jaar om deze tijd waren de plannen voor een nieuwe bibliotheek in onze dorp zo goed als rond. Besluiten waren genomen, archeologish onderzoek werd verricht, het bouwbord ergens in maart geplaatst .
En toen?  Kwamen de gemeenteraadsverkiezingen met een uitslag die al onze mooie toekomstbeelden voor een nieuwe eigentijdse accomodaties in een keer deed verdwijnen. Dat is niet de eerste keer. In 12 jaar tijd zijn wij al 3 keer geconfronteerd met nieuwbouwplannen die uiteindelijk ( toen puntje bij paaltje kwam) niet doorgingen.
NU, weer een half jaar later, zijn er ook nog eens de bezuinigingen die roet in het eten gooien. Niet alleen voor ons grote consequenties maar overal in Nederland zullen ze invloed hebben op het aanbod, de spreiding, bereikbaarheid van bibliotheken.   Hoe onze toekomst eruit gaat zien is mij nog niet bekend. Maar dat ons werk hierdoor versneld zal veranderen is duidelijk. Kansen of bedreigingen ( voor medewerkers en de burger). Zeg het maar. Ik ben er nog niet uit. Aan de ene kant doet het pijn, aan de andere kant is het ook wel een uitdaging. Heb ik nou een herfstdipje? Zo meteen weer gewoon werken.

Een mix van erwtjes en worteltjes.

In “I love my job “sprak ik al mijn verbazing over uit “hoe weinig mensen in mijn omgeving op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de nieuwe media”. In deze post kom ik er nader op terug. Met mijn omgeving bedoel ik mijn straat, mijn vrienden, het werk, familie, sport en alle overige gezelschappen waarin een mens zich bij tijd en wijlen begeeft.
Dat ik dol ben op de nieuwe sociale media moge duidelijk zijn. Ik zal er dan ook geen woord meer aan vuil maken.
Ik ben natuurlijk in de gelukkige omstandigheid ( dat is mijn interpretatie) geweest dat ik via mijn werk in bibliotheek dommeldal in aanraking ben gekomen met de 23dingen en het mijn interesse heeft gewekt ( privé / beroepsmatig).
Als je dan enthousiast bent, dan praat je er veel over. Het is opvallend hoe vaak ik dan hoor:” Ik doe niet zo veel met de computer. Beetje typen , mailen en surfen en daar blijft het bij. Meestal ook met de opmerking; “Ik hoef dat allemaal niet”. Of “Heb ik helemaal geen tijd voor”. Internet is alleen maar “gevaarlijk“.
Het wel of niet bekend zijn met/ dan wel actief zijn op het sociale web hangt of staat natuurlijk met de persoonlijke interesse.
De een houdt van worteltjes, de ander van erwtjes, zullen we maar zeggen. Maar dan zijn er ook nog de mensen die een hekel hebben aan worteltjes ( en die bang zijn dat ik ze iets wil opdringen) en zij die ze wel eens willen proeven. Die proevers, die vind ik leuk. Die hebben oor voor mijn verhaal en willen er graag hun voordeel mee doen. Bijvoorbeeld de mensen die ik ken via het jongerenwerk (hulp bij Twitter), of een van de meisjes uit de 6e klas die de foto’s van de onlangs gehouden reünie door mijn toedoen op Picasa heeft gezet zodat ze gemakkelijk te delen zijn met de overige meisjes. En uiteraard het 90-jarige vrouwtje dat in de bieb hulp vroeg bij het zoeken op Internet.
Pas ik het percentage nog actief zijnde collega’s toe op “mijn omgeving” ( van de 45 collega’s die de 23dingen cursus hebben gedaan zijn er momenteel nog zo’n 10 personen, grofweg 25% actief ) dan is er 75% kans dat ik mensen tegen kom die niets of weinig met de sociale media hebben. Leuk om te zoeken naar juist die mensen die de erwtjes wel eens willen proberen ( eventueel gecombineerd met worteltjes?). Dus: meld je aan bij einna!

I love my job!

Het zal degenen die mij volgen op Twitter niet zijn ontgaan dat er dit weekend in mijn dorp (waar ik ook in de bieb werk) een evenement plaats vindt waarbij ik zijdelings (!?) betrokken ben. Het Breugels Festijn. Nou houdt een biebmedewerker natuurlijk ook wel eens van een avondje stappen dus… Gisteravond naar de tent voor een optreden van No Exit. Met mijn privépet op uiteraard. Maar die privépet verschiet waarschijnlijk onder invloed van danspasjes en het genot van een Brabants biertje af en toe van kleur. “Hoe staat het met de nieuwbouw van de bieb?”, “de bieb is wel positief veranderd de laatste tijd”, “sorry voor de spelfout in het persbericht” tijdens gesprekken met andere bezoekers. Niet erg hoor. Sterker nog. Dit soort evenementen zijn erg geschikt om een beetje te “netwerken“. En met mijn iPhone bij de hand wil ik met de een of de ander nog wel eens in de richting praten van de immense mogelijkheden van o.a. “het boek” door alle digitale ontwikkelingen. Waarbij ik m.n. de iPhone app prinses Arabella als voorbeeld laat zien. Met een lid van de band heb ik gesproken over de mogelijkheden van Twitter. Wat leidde tot een opmerking hierover bij de aankondiging van een volgend nummer: “wij zijn vanavond getwitterd!”. Nou zijn die digitale dingetjes natuurlijk een privé stokpaardje maar dan wel ontstaan door mijn werk in de bieb. Het is opvallend hoe weinig mensen eigenlijk op de hoogte zijn van de web 2.0 mogelijkheden. Maar daarover meer in een andere post. En wat betreft dat van kleur verschieten van mijn petje? Helemaal niet erg hoor: I LOVE MY JOB!. En nu weer petje op en naar het volgende onderdeel van het Breugels Festijn.

Zoektocht naar een Canadese soldaat.

Op sommmige momenten kunnen er in de bieb verrassende vragen worden gesteld. Een collega had meneer V. naar mij verwezen. Meneer V. had Pauw en Witteman gezien. In de aflevering zou verteld zijn ( ik heb de uitzending zelf niet  gezien) dat je via Facebook eenvoudig oude bekenden/ vrienden  / familie op zou kunnen sporen.  Aangezien hij zelf geen computer had ( laat staan hem kon bedienen) , kwam hij naar de bibliotheek ( logisch toch?). Hij dacht dat wij hem wel snel konden helpen met het zoeken naar een Canadese militair die tijdens Wereldoorlog II bij hem in de omgeving was gestationeerd.

Op dat moment heb ik met hem even door Facebook gebladerd ( en hem het e.e.a. uitgelegd) met als zoekopdracht de naam van de betreffende militair. In korte tijd zou ik hem niet van dienst kunnen zijn.
s’ Avonds thuis viel de vraag van meneer V. mij weer in. Wat zou het toch mooi zijn als ik voor meneer V. die al flink op leeftijd is, dit kleine stukje uit zijn verleden zou kunnen vinden. Dus…….. Ik ben op zoek gegaan. Ik ben een beetje gaan gegooglen kwam binnen een paar minuten terecht bij Liberationchildren and Warbabes WWII  van John Broers. Een vriendelijke mail gestuurd met de gegevens die ik van meneer V. had gekregen. En in een mum van tijd had ik een mail van deze John Broers terug dat hij wel eens zou gaan zoeken met gebruikmaking van zijn contacten bij Canadese Instanties.  Dat is inmiddels een half jaar geleden ongeveer. Ik heb meneer V. in de tussentijd wel verteld dat ik ( in eigen tijd) contact had gelegd met deze organisatie en dat de heer Broers erg behulpzaam was. In de loop van de tijd zijn er diverse mails heen en weer gegaan tussen de heer Broers en mij en heb ik meneer V. op de hoogte gesteld van de stand van zaken.  
Vlak voor mijn vakantie kreeg ik antwoord: de Canadese meneer was in oktober 1996 overleden, op 77 jarige leeftijd. Hij is nimmer getrouwd geweest en had geen gezin. Helaas niet voorzien van bronnen maar toch.

Het liefst had ik natuurlijk vernomen dat de Canadese soldaat nog in leven was en ik meneer V. met hem in contact had kunnen brengen. Maar helaas. Toch denk ik dat meneer V. blij zal zijn met deze informatie. Het was een wens van hem om er achter te komen hoe het  deze soldaat, die in de roerige tijden van Wereldoorlog II een rol heeft gespeeld in zijn jeugd, is vergaan. Met dank aan John Broers.
ps. Meneer V. was blij met de gegevens maar ook teleurgesteld.

Social links powered by Ecreative Internet Marketing