;
@anniemaessen @antoniamo @industrialpope Weinig resultaat? Jullie tweeps zijn de reden dat ik de bieb nog niet compleet heb opgegeven!
— Pieter Offermans(@StoriesGuy) december 1, 2012
Naar aanleiding van een blog van collega Annette gisteren vond er een twitterconversatie plaats tussen de in de bovenstaande tweet genoemde personen. Met name de tweet van @StoriesGuy is me bijgebleven.
“Jullie tweeps zijn de reden dat ik de bieb nog niet heb opgegeven” van Pieter zette me op deze rustige zondagochtend aan het denken.
Wat voegen wij, de tweeps van de werkvloer (die veelvuldig gebruik maken van social media) nou daadwerkelijk toe aan de toekomst van de bibliotheek? Ok, we blijven bij voor wat betreft de ontwikkelingen, denken na over de toekomst, zijn zichtbaar voor de buitenwereld, hebben hart voor ons werk, de werkzaamheden en de lener. En dragen dat ook via social mediakanalen uit. Al of niet met “voorzichtige” of “kritische” bewoordingen.
Zelf heb ik het idee (misschien ten onrechte zeg het maar) dat het niet zo veel uitmaakt wat ik ergens van vind. Annette noemt het “een roepende in de woestijn”. Zo voelt het inderdaad ook voor mij. De organisaties, de politiek, de leners, wat zien zij er van c.q. wat doen zij er mee? En wat doe je dan?
Je terug trekken en denken “het zal mijn tijd wel duren”? Of “Ik kijk wel uit in deze onzekere tijden?”. Laat de ( landelijke)organisaties het maar uitzoeken, die weten wat goed is voor de toekomst!?
Ik betrap me er zelf op dat ik hier steeds meer naar neig. Heb ook, net als Annette, al vele jaren mijn nek uitgestoken als het gaat om het promoten van de bibliotheek en de maatschappelijke waarde. En we staan allebei open voor de digitiale ontwikkelingen en doen er volop aan mee. Al zeg ik het zelf: “Ik was een ware ambassadeur”. Het destijds tentoongespreide optimisme heeft me helaas een beetje verlaten ben ik bang.
Mijn werk doe ik nog met veel plezier. Daar niet van. Door alle bezuinigingen en pessimistische toekomstbeelden probeer ik juist nu in de dagelijkse praktijk nog steeds met verve de klant te bedienen. En de “moderne” kant van de bibliotheekmedewerker te laten zien. Ook naar mijn collega’s. Die er in een aantal gevallen van uit gaan dat het prima is als 1 iemand op de werkvloer verstand heeft van computers, e-readers en social media.
Maar de vraag blijft: Wat voegen we nou daadwerkelijk toe? En is dat wel meetbaar? Misschien heeft Pieter het antwoord? Of anderen?
Luc.
Hartelijk dank voor je uitgebreide reactie.
Helemaal prima dat er gezocht wordt naar modellen om de maatschappelijke effecten van de bibliotheek te meten. Misschien dat de foto’s in het blog van Annette e.e.a. dan ook nog eens visueel kunnen ondersteunen.
Het is goed om nu te lezen dat er in ieder geval iets gaande is op het gebied van social media en dat voor mij in ieder geval nu duidelijk is op welke wijze dit wordt aangepakt in onze organisatie. Als je er voor kiest om een terdege strategie neer te zetten dan kost dat uiteraard voorbereiding en tijd.
In mijn beleving echter staat het al een hele tijd stil en verstrijkt er kostbare tijd. Tijd die we in mijn ogen al hadden kunnen aanwenden om via social media ( intensiever) de interactie met de inwoners aan te gaan en de relatie op te bouwen.
Want de tijd gaat snel. Heel snel.
Groet Annie
De laatste tijd wordt er op diverse plekken nagedacht over wat pde maatschappelijke effecten zijn van bibliotheekwerk, hoe dat gemeten en hoe dat gekwantificeerd en gekapitaliseerd kan worden. Zo kun je subsidienten van betekenisvolle gegevens en argumenten voorzien in plaats van vage en algemene noties over het nut van bibliotheken. Ik was laatst bij een try-out van een workshop over SROI (social return on investment) die daarover ging. Leesbevordering vertaalt zich bv aantoonbaar in betere CITO scores en lagere schooluitval in vervolgonderwijs, op die manier. Ook het SIOB is bezig met het ontwikkelen van een model om die maatschappelijke effecten te meten.
Bibliotheken zijn m.i. juist ook heel erg bezig om de omgang met de nieuwste apparatuur en met social media te incorporeren in hun basisprocessen. En ze zijn daarin misschien geen voorloper maar wel verder dan menige andere organisatie. In een (toekomstige) digitale bibliotheek, die content van overal uit de cloud ontsluit en zinvol van context voorziet, is – dus – kennis een belangrijk instrument, om te délen (en niet om te monopoliseren). Het gaat er kort gezegd niet (alleen) om dát we twitteren maar ook wát we twitteren. Daarom is deze bibliotheek betrokken bij een innovatief pilotproject dat ‘hands on’ onderzoekt hoe we social media kunnen integreren in het reguliere werk van bibliotheekmedewerkers. Want de omgang met social media moet ‘embedded’ zijn in het hele wezen van de bibliotheek. Dat moet weldoordacht gebeuren, en soms lijkt dat dan misschien traagheid, maar vergis je niet, roep en noodzaak worden wel degelijk gehoord. En beantwoord.
Loslaten en opnieuw beginnen John? Ben benieuwd wie zich daar toe geroepen voelt. Is een mooie idealistische optie dat wel.
Uiteraard zit de bibliotheek ‘vast’ aan de regels van de overheid en de starre en logge ambtenaren die deze uitvoeren. Dat is niets nieuws. En dat zal over enige tijd ervoor zorgen dat de bibliotheken helemaal zullen verdwijnen.
Medewerkers die zich echt verbonden voelen met de taken die volgens hun bij de ‘bibliotheek’ als begrip horen (en niet het huis, de boeken etc), zouden zich ook kunnen verenigen, een goed plan maken (want ik geloof er sterk in dat er een behoefte is aan een bibliotheek als ‘begrip’ of ‘instituut’) en dan samen een ‘bibliotheek’ opzetten op de manier zoals zij zelf denken dat dit het beste is. Zo zijn scholen ook ooit begonnen met te privatiseren. De wet of BN kan dat niet tegenhouden.
Het kan en als er voldoende motivatie is bij deze medewerkers om hun hart te volgen, niet langer een harlekijn te zijn waar de touwtjes van worden bewogen, en hart voor hun vak hebben, dan zal het ook succesvol zijn. Maar een paar mensen zullen de eerste stap moeten zetten.
Dank voor je reactie Pieter.
Dit blog was een uitvloeisel van mijn gedachten naar aanleiding van de tweet.In onze sociale netwerken vinden we o.a. gelijkgestemde en soulmates. Dat is dan gelijk ook een prima toegevoegde waarde. En als wij allen daardoor nog niet opgeven is dat een mooi resultaat.
Helaas zie ik om me heen veel mensen die worselen en zich terug trekken, die hun motivatie en enthousiasme verliezen. Die wel willen maar niet kunnen/mogen. Die groot willen (mee) denken maar zich klein moeten opstellen. Of zoals iemand mij onlangs schreef “de ziel is er uit”. Dat moet toch voorkomen worden lijkt me. Juist bij ons mensen van de werkvloer.
Misschien moeten we inderdaad alleen maar blj zijn met de “kleine resultaten”?
Hoi Annie,
Je hebt mijn tweet net iets anders opgevat dan dat ik ‘m heb bedoeld.
‘Jullie tweeps zijn de reden dat IK de bieb nog niet compleet heb opgegeven!’ IK blijf me inzetten voor de bieb, omdat ik zie dat jullie met dezelfde problemen kampen als ik. IK heb het nog niet opgegeven, omdat ’t mij sterkt om te zien dat iedereen die ook maar een pietsje boven het maaiveld uitsteekt, aanloopt tegen die logge structuren in bibliotheekorganisaties. Ik had dan ook beter kunnen tweeten: ‘Gedeelde smart is halve smart!’
Maar ik begrijp je klacht wel. Je wilt weten wat je toevoegt aan de bibliotheek als geheel. Tuurlijk zou het ideaal zijn als ‘wij’ het voor het zeggen hadden. Maar hier past een beetje nederigheid, vind ik. De werkelijkheid is dat er starre ambtenaren en logge structuren zijn, en dat die voor een heel groot deel de koers van de bibliotheek bepalen. Ik heb genoeg bevlogen mensen zien veranderen in overwerkte drammers omdat ze dat niet konden accepteren.
Zolang jij en ik mooie ideeën kunnen bedenken en het lukt ons af en toe om iets daarvan in de bibliotheek te krijgen (De Verhalencoach, een boeiende lezingenmiddag, etc.), dan hebben we best al wat bereikt.