Virtueel en in real life.

Sinds enige tijd bestond bij mij het idee een lokale tweetup te organiseren. Had al eens voor de grap een oproep voor een “minitweetmeet voor Breugel” de wereld in gezonden, maar nauwelijks reactie op ontvangen. Had behoefte aan een maatje. Alleen is maar alleen toch. En ja hoor. Naar aanleiding van een RT van een krantenartikel in het ED vorige week over een tweetup in het naastgelegen dorp, meldde een lokaal twittermaatje zich met de oproep: ” dat kunnen wij toch ook!”. Waarna ik natuurlijk gelijk in de pen kroop, ik bedoel natuurlijk in de tweet kroop met de opmerking en vraag: Natuurlijk. Wie neemt het initiatief? Wij dus, Angela en ik. Afspraakje gemaakt en @tweetupSenB in de steigers gezet. En dan gaat het snel. In een mum van tijd ( nog diezelfde avond) hebben we (via twitter uiteraard) een aanbod voor een lokatie, hulp voor technische ondersteuning op de avond zelf en Pr en al een aantal followers en reacties.
De dagen erna lokale tweeps gezocht en werd er een datum vastgelegd. Inmiddels heeft ook de pers ons getraceerd voor een stukje in een regionaal dagblad. Nou wordt het echt serieus. Zojuist kwam een voetbalmaatje van mijn zoon binnen met de vraag: “Zit jij achter @tweetupSenB?”. Mooi. Er wordt over gepraat dus.
Nou las ik gisteren dit artikel over een twitteronderzoek op Contentgirls . Daar zag ik de onderstaande statistiek:.

Leeftijd 

Nederland 

Tweeps 

Rel pop 

15 – 25 

13,41% 

12,00% 

0,9 

26 – 35 

12,10% 

29,80% 

2,5 

36 – 45 

15,27% 

38,90% 

2,5 

46 – 55 

14,63% 

15,20% 

1,0 

56 – 65 

12,73% 

4,10% 

0,3 

Nou ben ik dus al een paar dagen op zoek naar tweeps uit mijn dorp om @tweetupSenB te promoten en contateer ik dat het met name de jonge generatie ( in Son en Breugel) is die vindbaar is (viavia). De groep groeit naar eigen zeggen momenteel erg hard, mede als gevolg van het groter wordende aantal mobiele internet gebruikers. We ( Angela en ik) zouden het juist erg leuk vinden als met name de generatie 26-45 ( en ouder) zich ook aanmeldt voor de tweetup. De jeugd gebruikt Twitter ( in mijn omgeving) namelijk vooral ter vervanging van msn en sms ( is mijn bevinding, maar wordt door de jongeren zelf bevestigd) hoewel de oudere generatie er vooral beroepsmatig mee bezig is.
Het dorp heeft op 1 januari 2010 een inwonersaantal van 15.538 .@tweetupSenB volgt op dit moment 92 tweeps en heeft 34 volgers. Ik neem toch aan dat er in Son en Breugel meer tweeps zijn? Blijft nog even doorzoeken dus.
Het zou zo mooi als verschillende generaties maar ook verschillende twittergebruikers (ook organisaties en bedrijven) elkaar op de tweetup zouden kunnen ontmoeten en kennis zouden kunnen maken. Elkaar zien in real life.
Maar goed. Iedereen mag er uit halen wat ie wil: gewoon gezellig een borrel pakken, nieuwe contacten leggen, netwerken. @tweetupSenB biedt de gelegenheid. De rest mag iedereen zelf doen.

Een mix van erwtjes en worteltjes.

In “I love my job “sprak ik al mijn verbazing over uit “hoe weinig mensen in mijn omgeving op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de nieuwe media”. In deze post kom ik er nader op terug. Met mijn omgeving bedoel ik mijn straat, mijn vrienden, het werk, familie, sport en alle overige gezelschappen waarin een mens zich bij tijd en wijlen begeeft.
Dat ik dol ben op de nieuwe sociale media moge duidelijk zijn. Ik zal er dan ook geen woord meer aan vuil maken.
Ik ben natuurlijk in de gelukkige omstandigheid ( dat is mijn interpretatie) geweest dat ik via mijn werk in bibliotheek dommeldal in aanraking ben gekomen met de 23dingen en het mijn interesse heeft gewekt ( privé / beroepsmatig).
Als je dan enthousiast bent, dan praat je er veel over. Het is opvallend hoe vaak ik dan hoor:” Ik doe niet zo veel met de computer. Beetje typen , mailen en surfen en daar blijft het bij. Meestal ook met de opmerking; “Ik hoef dat allemaal niet”. Of “Heb ik helemaal geen tijd voor”. Internet is alleen maar “gevaarlijk“.
Het wel of niet bekend zijn met/ dan wel actief zijn op het sociale web hangt of staat natuurlijk met de persoonlijke interesse.
De een houdt van worteltjes, de ander van erwtjes, zullen we maar zeggen. Maar dan zijn er ook nog de mensen die een hekel hebben aan worteltjes ( en die bang zijn dat ik ze iets wil opdringen) en zij die ze wel eens willen proeven. Die proevers, die vind ik leuk. Die hebben oor voor mijn verhaal en willen er graag hun voordeel mee doen. Bijvoorbeeld de mensen die ik ken via het jongerenwerk (hulp bij Twitter), of een van de meisjes uit de 6e klas die de foto’s van de onlangs gehouden reünie door mijn toedoen op Picasa heeft gezet zodat ze gemakkelijk te delen zijn met de overige meisjes. En uiteraard het 90-jarige vrouwtje dat in de bieb hulp vroeg bij het zoeken op Internet.
Pas ik het percentage nog actief zijnde collega’s toe op “mijn omgeving” ( van de 45 collega’s die de 23dingen cursus hebben gedaan zijn er momenteel nog zo’n 10 personen, grofweg 25% actief ) dan is er 75% kans dat ik mensen tegen kom die niets of weinig met de sociale media hebben. Leuk om te zoeken naar juist die mensen die de erwtjes wel eens willen proberen ( eventueel gecombineerd met worteltjes?). Dus: meld je aan bij einna!

Het overbrengen en ontvangen van een boodschap.

Rooksignalen, flessenpost, postduiven, telegrafie. Vroeger ( naast uiteraard de taal an sich) de enige manier om te communiceren. Heden ten dage beschikken we over radio, televisie, internet ( altijd bij de hand), telefoons ( in zakformaat), we kunnen mailen, videoconfereren, MSN-en, Skypen, bloggen  en Twitteren. Uiteraard veel sneller dan een brief te bezorgen te paard en voor een veel groter publiek. Wat is beter? Vroeger of nu. Je kunt er over twisten (!?). 
Hoewel het een stuk eenvoudiger is mensen te bereiken, maakt het de communicatie er niet altijd gemakkelijker op. De wereld is kleiner geworden of is het groter? Hoe je het wendt of keert, de basis blijft natuurlijk  taal.     
Vroeger of nu. De betekenis van communiceren blijft hetzelfde: het overbrengen en ontvangen van een boodschap. Succes met communiceren. Hoe dan ook.

Twitterbericht in meer dan 140 tekens.

Ik heb vandaag ontbeten, de krant gelezen, 2 wassen gedraaid, mijn rss en tweets doorgebladerd, de bovenverdieping gepoetst, een paar mails verstuurd, geluncht, de boodschappen gedaan, me geërgerd, de voortuin van onkruid ontdaan, de tomatenplanten uit de kas opgeruimd, een nieuw bericht op mijn weblog “op rolletjes” geschreven, nagenoten van het weekend en heb nu tijd om op de bank, in het zonnetje deze “tweet” van meer dan 140 tekens te schrijven.

Sociale contacten van long, long ago.

We doen er (bijna) allemaal aan mee. Oude contacten opzoeken via Hyves, Facebook, LinkedIn of via Schoolbank, Wieowie of waar dan ook. Gewoon voor de fun ( wat is er van hem of haar geworden) of om er professioneel iets mee te doen (o.a. netwerken). Een beetje terug blikken maar ook vooruit misschien.
Nou kreeg ik afgelopen week de uitnodiging voor een reünie voor mijn basisschool, de Odaschool in Helden. Een heuse meisjesschool was dat toen nog ( in de vorige eeuw). De uitnodiging kwam niet als een verrassing. We treffen elkaar om de 5 jaar. Dit jaar zeer bijzonder: het wordt een Sara feestje. Het is niet saai zo’n 5 jaarlijkse reünie, integendeel. De dames van het organsatiecomité, zijn zeer creatief. En het zal wel aan mij liggen, ik vind het leuk om, ondanks het feit dat de eerste nieuwsgierigheid naar wat er van iemand geworden is 15 jaar geleden als is bedwongen, bij te kletsen. Ook  bij het gebruik van de sociale media is er persoonlijk contact ( tweetmeets en virtueel kopje koffie). En daarbij, die groep ( Limburgse) meiden blijft toch een belangrijk onderdeel uitmaken van mijn jeugd. Long, long ago.

Social links powered by Ecreative Internet Marketing